Vuurland leest

Brown girl dreaming

Jacqueline Woodson
Jacqueline Woodson: Brown girl dreaming

Vertaling: Tirsa With

Uitgeverij: Volt

Dit boeken lazen we in oktober 2021.

Bestel

Jacqueline Woodson kreeg in 2018 de Astrid Lindgren Memorial Award en in 2020 de Hans Christian Andersen Award. Daarmee behoort ze tot de wereldtop van

Een prachtig 300 pagina’s lang verhalend gedicht dat de levens van een uitgestrekte familie langzaam voor je uitrolt. Doordat de tekst is geschreven in een vorm die ik niet goed ken, heb ik daar veel over nagedacht. Ik vraag me bijvoorbeeld af hoe dit boek zou klinken in de oorspronkelijke taal, want ik heb niet het gevoel dat er in de vertaling iets aan het verhaal verloren gaat, maar misschien wel iets aan het ritme van de tekst.

Ik voelde me soms onderbroken in mijn lezen door de zinnen die plotseling stoppen, maar weet niet zeker of die onderbrekingen er niet juist voor zorgden dat ik steeds een seconde of twee kon nemen om nog een stapje verder te zetten in mijn verbeelding van de personages. In die momenten waarin je brein de zinsstructuur probeert te behouden, zie je een glimp van Gunnar, Grace, Odell en Hope. In die glimpen zie je een plek, een drukke eettafel of zelfs een paar maanden uit iemands leven. Het is dan toch bijzonder hoe er met zo weinig woorden zulke diepe connecties tussen mensen beschreven kunnen worden.

Ik weet dus niet of deze schrijver briljant is door met de vorm van de tekst te spelen en daardoor mij beter te laten nadenken over wat er staat, of dat de schrijver sowieso briljant is en dit boek op vijf manieren had kunnen schrijven, elk even machtig, maar gewoon voor deze vorm heeft gekozen. Ik denk niet dat het uitmaakt, maar ben nu wel benieuwd naar meer.

Ik kende Jacqueline Woodson nog niet, en het eerste dat ik over Brown girl dreaming las was de blurb van Alicia Keys op de voorkant: ‘Iets in dit boek zorgt ervoor dat het klinkt als een liedje.’ Hoewel ik redelijk veel poëzie lees, voelden de afgebroken regels en het tempo aanvankelijk wat onwennig en hakkelend, minder vloeiend dan ik me bij een liedje voorstel. Toch denk ik dat ik gaandeweg wel ben gaan begrijpen waar Keys met ‘liedje’ op doelt.

Het verhaal begint in 1963, de tijd van Jim Crow, segregatie, de Ku Klux Klan. Niet overal naar binnen mogen, achteraan moeten zitten in de bus, neergeslagen protesten: het is een harde wereld om in op te groeien als bruin meisje. Daarnaast zijn er de uitdagingen van het opgroeien in families verdeeld over de verschillende werelden van Ohio en South Carolina, met een geloof dat misschien niet het jouwe is, het uit elkaar gaan van ouders, het noodlottige overlijden van oom Odell en tante Kay, oom Robert die in de gevangenisindustrie belandt.

En toch is er in dit verhaal de vriendschap met María, de arroz con habichuelas y tostones van haar moeder, de schoonheid van septemberlicht dat door dennennaalden schijnt, van dansende mensen in New York, de magie van het bemachtigen van het alfabet en de droom die daarmee voor Jackie ontstaat: schrijfster worden. Het resultaat van die droom ligt ineens ontroerend in je hand. De toon van dit boek heeft iets zachts, iets verzachtends als een airbag en ja, iets lieflijks als een melodie, een liedje. Het liet me weer iets zien en voelen van kind-zijn, een andere manier van de wereld bewonen, en heeft me overtuigd om meer jeugdliteratuur te gaan lezen.

Brown girl dreaming is een memoir – een vertelling over de kindertijd en de jeugd van Jacqueline zelf. In vloeiende gedichten vouwt ze haar verleden open. Ze vertelt over haar allereerste jaren in Ohio, toen haar ouders nog bij elkaar waren, maar al snel verplaatst de handeling zich naar het Zuiden, naar Greenville (South Carolina) waar het gezin bij de warme, geweldige grootouders gaat wonen. Woodson vertelt zintuiglijk over het gepiep van de schommel op de veranda, van het meehelpen in de tuin, van haar opa waar ze zo graag tegenaan leunde – totdat de kinderen door hun moeder naar New York worden gehaald.
Het gaat ook over haar briljante oudere zus en over haar broertjes, en vooral over hoe Jacqueline een langzame lezer is, maar stapje voor stapje de kracht van verhalen en van het schrijven leert. Daar gaat dit boek voornamelijk over: hoe verhalen kracht geven en hoe je door ze te horen, te bedenken en te schrijven kunt leren wie anderen zijn, en zodoende wie jij bent.

Het als zwart meisje opgroeien kan natuurlijk, hoe tegen de borst stuitend die constatering ook is, niet zonder in aanraking te komen met racisme. Woodson (geboren in 1963) heeft nog meegemaakt dat ze niet aan elk tafeltje in een restaurant mochten gaan zitten als zwart gezin, dat in de bus alleen de achterste banken bestemd waren voor wie zwart was. Evenzeer schrijft Woodson over buitengesloten zijn als kinderen van een Jehova’s Getuigen-familie – maar vooral dus over verbeelding, familie, afkomst, liefde en vriendschap. Daarmee was voor mij Brown girl dreaming een boek dat inzicht biedt, dat genuanceerd geschreven is, dat binnen elk gedicht langzaam lezen afdwingt, maar toch ook snel leest door Woodsons helderheid.