verhuizingen overkomen me meestal twee aan twee; het leeghalen van plekken voordat ik er kan gaan wonen, lijkt vaak groter dan het daadwerkelijk innemen van mijn eigen ruimte
de tijd is ervan uitgegaan dat ik weer terug zou komen
de eeuwige stroom aan spullen komt door de kieren van het huis gekropen
in doosjes met paperclips en veiligheidsspelden herken ik mij
in spullen gerangschikt naar hun omgeving, naar tijd en naar herhalingen
ik vind stapels foto’s tussen servies en oude boeken. de kasten houden herinneringen binnen, een veilige schelp van voorbijgegane dingen
en hoewel de ruimtes zijn veranderd, herken ik al snel de eeuwigheden die volgen
ik herken mijn oma in de manier waarop het huis is volgelopen, ik kan haar in de bank zien zitten, de kussens hebben zich naar haar lichaam gevormd. ik loop routes door de kamers die de meubels voor me uitsparen. in deze tussenruimtes lijken we nader tot elkaar te komen, we spreken tot elkaar in stille afwezigheid
het lukt me de lades en kasten eindelijk uit te pakken, ik maak een eerder geleefd leven in tegengestelde richting mee
ik neem dezelfde houdingen aan als mijn oma voor mij
de volgorde waarop de plek is ingericht, een handleiding om haar te leren kennen
haar leven heeft zich in de spullen vastgezet
ik dupliceer de tijd door me naar haar te gaan gedragen
ik besluit na weken toch je kleding te gaan dragen
jouw armen zijn de armen van de jassen die ik aanpas
je handen zijn de mijne als ik de knopen sluit tegen de kou
mijn palmen zijn de jouwe als ik mijn handen in de zakken vouw
in het verhuizen herhaal ik haar lichaam, herhaal ik haar handen
in afwezigheid vormt mijn lichaam zich naar het hare
het is een gesprek dat in geheimtaal wordt gevoerd
ik hoop het in stilte te bekijken
houd ruimte vrij voor uitgespaarde woorden
ik neem me voor niet meer te vragen
ik besluit alleen nog te herhalen