Zes poëtische reacties op bestaande gedichten

46

Grenslijnen / Centrifugeren / Hechtingen

Robin van Ommen

Hoe maak je een eigen antwoord op een gedicht? Op de meest recente Vuurlanddag schreven Vuurlanders in korte tijd een gedicht als reactie op een bestaand gedicht dat ze aansprak. In deze reeks lees je zes resultaten daarvan. In deze aflevering: Robin reageerde op ‘HET GAPENDE GAT VAN DIT LEVEN DAT IK MET ALLEEN MIJN EIGEN AANWEZIGHEID ONMOGELIJK KAN VULLEN’ van Alfred Schaffer uit de bundel wie was ik. strafregels (2020).

De slagzin van internetfenomeen Supa Hot Fire luidt: ‘I’m not a rapper.’ Nou, I’m not a poet. Tijdens de poëzieworkshop op de Vuurlanddag grabbelde ik sceptisch tussen de bundels en vond Alfred Schaffer. Ik zette mijn vingertoppen op een willekeurig middelpunt, stuitte op die volle, naakte titel; las – en vond liefde op het eerste gedicht. Het schreeuwde, het riep, het smeekte. Meteen voelde me veilig bij deze dichter van wie ik enkel een naam en titel kende, maar wiens poëzie onmiskenbaar kwetsbaar was: een kwijt kind, een oude gewoonte, een praatgraag spinnetje. De fluisteringen van dat laatstgenoemde insect bleven hangen, en met dat webbenrag borduurde ik voort. Conclusie: een poging mijn eigen verdedigingswerken te verlagen. Alfred, dankjewel voor de openheid. We return it in kind.

*

DE GRENSLIJNEN DIE ALMAAR CENTRIFUGEREN OM
HET VLEES ONDER DE HECHTINGEN WIT TE WASSEN

mijn acht verschillende buiksprekende armen
prikken in het spek van een varken
pats, weer een jaap

hersenkwabben zijn hoogspringerskussens
voor het post-pirouette zachte sussen

de toenadering splitst mijn achterdocht
welke spin loopt er eigenlijk enkel op tanden?

webben van washitape verlijmen hardhouten planken
foutmarges – die heb ik van mijn vader geleerd

ik heb acht verschillende buiksprekende armen
welke was er eerst
en welke heb ik van mijn ouders gekregen?