ik vertel mijn scharrel dat ik nooit een vaatwasser heb gehad
we liggen op bed – ik op de rand
zij in het midden
bloed loopt in mijn ogen
slaapmoe kreunt ze: had je soms geen afwas
ik weet dat ik laf was door niet te snurken
de volgende keer heb ik erectieproblemen
daarna krijg ik de knoopjes van mijn blouse niet los
op het laatst zijn de sleutels vergroeid
we kennen elkaar van toen de trein vol zat
en de eerste klas werd opengesteld
ik mocht op haar schoot zitten
de rollen
ik richt me op
ze ziet een rug die krom had moeten staan
van het werken op handen en knieën
ze noemt me een rodeostier
haar rodeostier
ik drink thee uit het waterglas
ben niet in de positie
haar een koosnaampje te geven