Nadat Pieter Koolwijk de Gouden Griffel 2021 won met Gozert, keek iedereen reikhalzend uit naar zijn nieuwe boek. Dat wordt De trollen van Leif, opnieuw…
‘“Oké, Leif,” zei Ravna toen. “Maar dan moet je ook echt laten zien dat je het kunt. Ga ervoor. Doe het vol overtuiging. Want weet je?” Ze liet een korte stilte vallen. “Als je niet in jezelf gelooft, zal niemand je geloven.”’
Al vroeg in De Trollen van Leif geeft de achtjarige Ravna dit advies aan haar drie jaar oudere broer Leif. Het voelde voor mij als de kern van dit boek, dat zich afspeelt in een Vikingdorp. Pieter Koolwijk heeft er duidelijk voor gekozen om het clichébeeld van de gewelddadige, nietsontziende Viking niet te nuanceren, maar juist te overdrijven (wat voor mij hetzelfde effect teweegbracht). Zo wil men elkaar bij meningsverschillen gelijk de kop inslaan, worden koeien met blote handen opgetild en worden ongehoorzame kinderen voor straf de ijskoude zee in gesmeten. De stille, zachtaardige en fantasierijke skald (een soort bard) Leif steekt hier schril bij af. Het is hartverscheurend om te lezen hoe werkelijk het hele Vikingdorp Leif beschimpt om wie hij is. Maar door het bovenstaande citaat werd ik aan het twijfelen gebracht: ís Leif echt zo stil en zachtaardig, of is het de onzekerheid die hem parten speelt? Ik herkende in Leif de jongen die ik zelf was en misschien nog ben. Zeker als kind had ik het gevoel dat hetgeen wat de mensen om mij heen deden of vonden, automatisch het juiste was. Ook dat is opgroeien: stukje bij beetje jezelf aanpassen aan de groep. Dacht ik er zelf anders over, dan hulde ik mij in stilzwijgen, om maar niet te laten blijken dat ik ‘fout’ was.
Met het ouder worden ben ik er steeds meer achter gekomen dat er niet één manier, één mening, één waarheid is. En de enige manier om dat duidelijk te maken, is door zelf de stap naar voren te zetten en te zeggen: ‘dit ben ik, zo denk ik erover.’ Pieter Koolwijk laat dit prachtig zien aan de hand van de ontwikkeling van Leif. Pas wanneer hij in zichzelf begint te geloven en in volle overtuiging naar buiten treedt, laat hij de anderen, met zusje Ravna voorop, geen keus meer om hem te zien zoals hij is: ‘Leif was van zichzelf al ontzettend stoer. Een held.’
Een supertof boek! Ik heb er oprecht van genoten om het te lezen.
Het eerste wat mij opviel, is dat het traditionele genderrollen overboord gooit: Ravna, het hoofdpersonage, een meisje van acht, is de leidster van het dorp en veel sterker dan haar broer, Leif, die ouder is maar gevoelig. Natuurlijk zouden zulke dingen vanzelfsprekend moeten zijn, maar ik vind toch dat ik het even moet vermelden. Daarnaast was het leuk hoe elk hoofdstuk eindigde met ‘Leif de …’ omdat dat een beetje een samenvatting gaf van hoe Ravna zich over Leif voelde. Ravna vindt haar broer in het begin een loser, een nietsnut. Hij wil een skald zijn en wil zorgen voor de trollen, maar Ravna gelooft niet in hem. Geleidelijk aan zie je de band tussen hen beter worden en uiteindelijk vertrouwt ze hem en kan hij daardoor het dorp redden. Ik had wat tranen in mijn ogen naar het einde toe, omdat dit volgens mij een realistische weergave is van hoe een broer-zus relatie kan zijn: stroef, met toch heel veel liefde als het er echt op aankomt.
De tekst werd vergezeld door prachtige tekeningen van Linde Faas, die een grote meerwaarde waren voor de leeservaring. Daarnaast zorgen ze ervoor dat dit boek kan dienen als voorleesboek maar ook als een boek om op je eentje te verslinden. Een echte aanrader dus!
85% van de tijd die ik lees, lees ik in de trein. De gewoonte is zelfs zo obsessief dat ik van tevoren al een extra boek meeneem als ik volgens mijn berekeningen verwacht dat ik het boek waarin ik bezig ben onderweg uit ga krijgen. Dus, omdat ik had berekend dat ik het boek dat ik toen aan het lezen was op de terugweg al opgepeuzeld zou hebben, had ik ook het eerstvolgende boek op mijn lijst in mijn tas gestopt: De trollen van Leif.
Ik toverde het in de trein uit mijn tas en keek naar de plaatjes waarop een bende Vikings in hun langhuis feestvierde. Pas toen realiseerde ik me hoe vreemd het misschien op sommigen over zou kunnen komen dat een 23-jarige gast in de trein een kinderboek zat te lezen. Eerst probeerde ik het boek nog op zo’n manier vast te houden dat het niet opviel dat het een kinderboek was. Met een diepe frons op mijn voorhoofd keek ik naar de illustraties van de trollen – ik wilde het knappe meisje dat naast me zat vooral de indruk geven dat ik ook nog een hoger doel kon hebben dan dat ik alleen maar voor mijn lol een kinderboek zat te lezen.
Langzaam maar zeker liet ik de trein achter me, vertrok ik naar het hoge noorden en kwam ik terecht in het verhaal van de sterke Ravna en de vreemde Leif. Wanneer hun ouders op plundertocht gaan krijgt Ravna de leiding over de groep. Leif is eigenlijk ouder, maar hij is een vreemde snuiter, een zwakkeling die constant door blijft ratelen over trollen, die, zoals iedereen weet, natuurlijk niet bestaan. Wat volgt is een Ravna die steeds bozer wordt op haar grote broer, omdat hij, ondanks de naderende dreiging van een andere stam, constant vol blijft houden dat de trollen hen zullen redden.
Op ongeveer driekwart van het boek landde ik weer op aarde: ik was aangekomen op mijn station. Even overwoog ik te blijven zitten, maar uiteindelijk ben ik toch maar uitgestapt om op mijn fiets naar huis te sjezen. Tijdens het eten vertelde ik mijn ouders vol overgave hoe leuk het was om weer eens een kinderboek te lezen: zoveel fantasie en verbeeldingskracht, zoveel plezier, en dat ook nog eens met een helder moraal. Na het eten las ik het direct op mijn kamer uit en heb ik een minuut of wat naar het prachtige omslag zitten staren.
Conclusie: waarschijnlijk ga ik vaker kinderboeken lezen. Ook in de trein. Misschien juist in de trein. En dan niet verscholen achter schaamte, maar open en bloot, pronkend. Dat ik spiekend naar mijn medereizigers stiekem denk: ‘Ja hoor, blijven jullie maar lekker in je wereld van hypotheken en kopzorgen, dan vertrek ik naar het hoge noorden, naar een wereld waarin het zomaar kan gebeuren dat zachtaardige trollen nog bestaan.’
Ik werd gelijk enthousiast toen ik De trollen van Leif zag. Ik dacht namelijk direct aan één van mijn favoriete prentenboeken van vroeger: Het Reuzenbos, waarin er op elke pagina een reus in de tekening verstopt zit. Ik werd dan ook erg vrolijk van de illustraties in De trollen van Leif, met als hoogtepunt het handboek vol runen en gecamoufleerde trollen. Ook de humoristische vertelstijl van Kootwijk werkt erg goed.
Tot de grote climax ligt de focus van het verhaal vooral op de dynamiek tussen Ravna en Leif. Stoere kleine Ravna, die stiekem het meest van knusse winters, gezelligheid en knuffelen houdt. En de klungelige onzekere Leif, die stoerder en kundiger blijkt dan iedereen dacht. Zou het toeval zijn dat de naam Leif eruit ziet alsof Koolwijk te haastig het woord ‘lief’ heeft geschreven? De trollen van Leif vertelt me: we zijn allemaal lief én stoer, onzeker én zelfverzekerd, en we moeten vooral in onze eigen sterke eigenschappen (blijven) geloven. En zachte kracht, zoals zorgen voor de natuur en gevoelige liedjes zingen, is net zo belangrijk als de harde kracht van spierballen. Een fijne en belangrijke boodschap, dus.
Toch was ik een beetje teleurgesteld. Door de titel en de cover verwachtte ik een verhaal met een hoofdrol voor Scandinavische folklore. Ik ben gek op fantasiewezens, dus de trollen uit de titel trokken me over de streep. Maar het grootste gedeelte van het boek focust zich op Ravna die teleurgesteld is in haar broer. De Noorse cultuur en mythologie werkt vooral als entourage, en de trollen worden meer gesuggereerd dan dat ze echt op de voorgrond treden. Ik werd halverwege bang dat ze misschien nooit zouden komen. Natuurlijk fijn dat het tussen Ravna en Leif uiteindelijk allemaal goed komt. En de boodschap dat iedereen op zijn eigen manier waardevol is, komt zeker goed uit de verf. Maar persoonlijk was ik graag nog iets dieper die magische mysterieuze trollenwereld ingedoken.
In De trollen van Leif volgen we de gevoelige Leif, die in een woest Vikingendorp woont. Leif is het buitenbeentje van het dorp, omdat hij, in tegenstelling tot de andere dorpelingen, heel gevoelig en zachtaardig is. Hij wil graag een skald worden, een soort troubadour, die liederen zingt en mensen kan vermaken, maar zijn stem is vals en hij is te verlegen. Zijn opa zei op zijn sterfbed dat Leif de nieuwe skald is, maar de anderen geloven hem niet. Vooral wanneer Leif begint te verkondigen dat de trollen uit de verhalen van zijn opa echt zijn, en niet enkel in de sprookjes bestaan. Pas wanneer het dorp in gevaar is, en Leif de trollen oproept om hen te helpen, en daarmee iedereen redt, wordt hij geaccepteerd door de anderen.
Het verhaal is met veel liefde en vreugde geschreven, en als lezer kon ik er lekker bij wegdromen. Wel vond ik het jammer dat Leif pas geaccepteerd wordt als wat hij zegt waar blijkt te zijn, de trollen bestaan namelijk echt. Het voelde voor mij daardoor alsof Leif zich aan de gevestigde orde aan moet passen. Ik vond de moraal, die er best dik bovenop lag, daarom een beetje gek. Het voelde onlogisch dat Leif niet gewoon kon zijn wie hij was, een verlegen jongen in een machodorp. Leif moest zich nu aanpassen, en ik zou willen dat het andersom was, dat de dorpelingen ook inzagen dat zij soms wel erg bot en boos doen.
(gastlezer) De trollen van Leif vertelt het verhaal van twee Vikingskinderen: Ravna, een achtjarig meisje en Leif, haar grote broer. Hij is aangewezen als skald van het dorp, maar is daar helemaal niet geschikt voor. Daar komt nog eens bij dat hij constant praat over trollen. Ravna moet als alle sterke volwassenen gaan plunderen de verantwoordelijkheid dragen over het dorp. Ze verlangt naar een broer die haar hierbij kan helpen, maar op Leif hoeft ze zeker niet te rekenen.
Het boek is geschreven voor de wat jongere lezers en Pieter Koolwijk weet hen vanaf de eerste bladzijde al te vangen in het verhaal. Hij weet heel goed het harde van de Vikingcultuur in een toegankelijk verhaal te passen, waardoor het verhaal van het begin af aan zindert, maar geen moment te spannend is. De rotsvaste overtuiging van Leif dat trollen echt bestaan is ontroerend, maar tegelijkertijd voel je een bepaalde irritatie, zeker omdat het verhaal geschreven is vanuit het perspectief van Ravna, die allerlei gevoelens heeft bij haar niet zo heldhaftige broer.
Het verhaal bevat veel herhaling. Meerdere keren wordt duidelijk gemaakt dat Leif niet geliefd is. Alhoewel dat voor een volwassene misschien kan gaan vervelen, zie je bij het voorlezen dat het werkt. Kinderen reageren op het verhaal en leven mee met Ravna, maar ook zeker met Leif. Naarmate het verhaal vordert, word je echter als volwassene ook steeds nieuwsgieriger: zou Leif misschien toch gelijk hebben?
Pieter Koolwijk heeft dit boek opgedragen aan Linde Faas, die zijn eerdere werk ook illustreerde. Faas stelt nooit teleur en dat wordt hier nog maar eens bevestigd. Het kleurgebruik is schitterend en haar werk zit vol met prachtige details. De illustraties nemen je mee in het verhaal. Die ijzersterke combinatie van tekst en illustraties maakt van De trollen van Leif een speels en sprankelend geheel waar kinderen volop van zullen genieten.
(gastlezer) Ravna is pas acht, maar ze is alles wat de dochter van Vikingbazen moet zijn: heel sterk en heel stoer. Haar grote broer Leif daarentegen is als Viking behoorlijk mislukt. Hij is slap, dun, bang en heeft ook nog een piepstem. Het is dan ook onbegrijpelijk dat Leif aangewezen is als nieuwe Skald (bard). Leif de Mislukkeling.
Als alle ouders in de zomer gaan plunderen, is het dan ook Ravna die als plaatsvervangend leider van het dorp optreedt. Leif loopt alleen maar in de weg, met zijn valse liederen over trollen die hij nog lijkt te geloven ook. Maar als het dorp in gevaar is en zelfs Ravna geen oplossing heeft, blijkt Leif misschien toch niet zo’n mislukkeling te zijn…
De trollen van Leif is een fijn en toegankelijk boek voor een zomerdag op een bankje in de zon of schaduw. Pieter Koolwijk trekt je zo het Vikingdorp in met zijn treffende beschrijvingen en de illustraties van Linde Faas zijn prachtig. Het samenspel van tekst en beeld zorgt voor een levendige, sprookjesachtige sfeer.
Hoewel de verhaalloop vanaf het begin volstrekt voorspelbaar was, bleef ik met veel plezier doorlezen. Koolwijk vertelt met veel humor en Ravna is een geweldig personage, met haar Vikingkwaliteiten en daaronder toch ook het besef dat ze nog maar acht is. Ik vond het ook mooi hoe Leif steeds meer ruimte durft te pakken, of de dorpelingen nou luisterden of niet. En de boodschap dat alle kwaliteiten er mogen zijn, kan niet vaak genoeg benadrukt worden. Ik vind het wel lastig dat Leif pas geaccepteerd wordt als hij het dorp heeft gered. Waarom kan hij niet gewoon goed zijn zoals hij is, zonder tegenprestatie te hoeven leveren?
Toch heb ik vooral enorm genoten van het Vikingenverhaal. (De trollen van) Leif de Sfeervolle.
(gastlezer) De trollen van Leif bevat wat mij betreft alle ingrediënten van een goed kinderboek: spanning, humor, originaliteit, een pedagogische boodschap en mooie illustraties. Oh en niet te vergeten, ook leuk voor volwassenen om (voor) te lezen! De hoofdpersoon Ravna, slechts acht jaar, krijgt veel te verduren als zij de leiding moet nemen over het Vikingdorp wanneer haar ouders gaan plunderen. Haar grote broer, Leif, lijkt haar alleen maar in de weg te lopen. Door zijn ongepaste acties en vreemde liederen is niemand in het dorp echt fan van hem. Ravna schaamt zich voor hem en zijn standvastige geloof in zogenaamde trollen. Uiteindelijk blijkt ze hem meer nodig te hebben dan ze dacht. De boodschap van dit boek in voor mij duidelijk: het kan juist heel fijn en nuttig zijn om anders te zijn dan de rest en je moet niet te snel oordelen. Een andere boodschap van het boek zit ‘m in de verantwoordelijkheid die Ravna krijgt als leider van het dorp. Kinderen zijn op zoek naar hun eigen identiteit en hunkeren daarbij vaak naar zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Zij hebben dan de neiging alles zelf te willen bepalen en kunnen frustratie ervaren met autoriteit. Dit boek laat de keerzijde zien van verantwoordelijkheid op jonge leeftijd en laat zien dat het ook wel fijn kan zijn om je geen zorgen te hoeven maken over anderen, maar alleen over wie je uitnodigt op je verjaardagsfeestje. Een pleidooi voor gewoon kind kunnen zijn, in zekere zin. Ik neem dit boek zeker mee naar mijn volgende klas.
Ravna is acht en stoer. Haar broer Leif is elf en een watje. Dat zijn de uitgangspunten van De trollen van Leif, een kindernovelle van Pieter Koolwijk en het eerste boek dat hij publiceerde na zijn fameuze boeken Luna, en het met een Gouden Griffel bekroonde Gozert. Dat het meisje stoer is en zelfs de leiding krijgt over het Vikingdorp als de volwassenen wekenlang uit plunderen zijn, is verfrissend. Hetzelfde geldt voor de rise and shine die er voor de bibberige Leif in het verschiet liggen.
Leuk Koolwijks zijn typeringen als ‘Was je een huilbaby? Dan werd je een halfuurtje in de kou gelegd en leerde je dat wel af. Luisterde je niet naar je ouders? Dan smeten ze je zo ver mogelijk de koude zee in en moest je het hele stuk terugzwemmen. Zo’n dorp was het.’ En ook de eindes van alle hoofdstukjes zijn een vondst. Steeds staat daar een ergernis van Ravna over haar broer – lees al die laatste zinnen achter elkaar en je krijgt een samenvatting van hoe haar gevoel over hem verandert.
Het boek is prachtig uitgegeven, met een stofomslag en veel illustraties in kleur van Linde Faas. Ze treft de noordelijke sfeer mooi met haar waterverftekeningen. Heel bijzonder zijn ook de tekstloze pagina’s midden in het boek, de pagina’s uit het trollenboek dat Leif van zijn opa heeft gekregen. Ja, aangenaam, deze ruwe én zachte vertelling.