Tussen de muren: zeven verhalen van zeven schrijvers over de bewoners van een studentenkamer
er flakkert vaag blauw licht
Lena Claessende eerste nacht slaap je met je gordijnen wagenwijd open. je voeten liggen op het hoofdkussen zodat je naar buiten kunt kijken als je in bed ligt. zoals je vinger voor vinger je huid laat wennen aan warm badwater, moet je ook de nacht lauwwarm voorschotelen. voorzichtig. de werking van een etmaal krijg je niet in zomaar uitgelegd. niet aan een peuter, niet aan een huis.
*
herhaling stapelt zich op herhaling tot het een routine wordt. de kraan aanzetten. water in het koffiekannetje laten lopen. het filterzakje dubbelvouwen. eenmaal in de breedte, eenmaal in de lengte. anderhalve eetlepel snelfiltermaling uit de koffiepot halen en in het filter overscheppen. klepje dicht. op het knopje duwen.
probeer eens een geluid na te bootsen in een ander huis. je zult merken dat het niet lukt. alle tonen wijken net een beetje af van hun gebruikelijke gestalte, trekken krom. het koffieapparaat pruttelt door de kalk inmiddels zo luid dat het een wekker voor je buren is. kan het zachter probeer te slapen b.v.d. noem het een gebrek aan azijn, of: een gebrek aan een beter excuus.
*
in dit huis wordt nog alleen aan de randen gewoond
de kamers bevinden zich onder de opperhuid
op de haren op je arm kleven opgedroogde resten verf
van de muur die je gisteren blauw schilderde
tegen de regels tegen de adviezen tegen de instructies in
*
een poging tot. alsof er iemand, wild dansend of springend, met zijn armen door de lucht heeft gemaaid en per ongeluk een stuk uit de kamer heeft meegenomen. rats, weg. nu zweeft er middenin de ruimte een gat. een holling, leegte, hiaat, leemte. geef het een naam, probeer het uit te leggen. het doet er niet toe.
*
je hebt je huisgenoten gevraagd om mee te kijken. twee van de tien wilden een poging wagen, ze zagen niks. muren, een kast, een bureaustoel. misschien is het goed je ogen nog eens te laten meten. je hebt je ogen onlangs nog laten meten en ze werken nagenoeg perfect.
*
bij gebrek aan zwaarte op je bedrand stop je
jezelf in met de bedachte handen van de ander
baker je je in met alle oppervlaktes die je kunt vinden
een droom van vlassig vlassig vloeipapier
*
of je je muur niet beter groen had kunnen verven. al dat blauw is niet goed voor je.
*
het studentencomplex bestaat al meer dan vijftig jaar, een periode die je niet op een imaginaire schaal kunt leggen. gemiddeld wonen studenten hier een jaar of twee. sommigen gaan na hun vertrek terug naar huis. anderen zoeken meer vierkante meters, een eigen douche, een fornuis zonder aluminiumfolie, een geliefde om de ruimte mee te delen.
wie er voor jou woonde weet je niet. alleen dat diegene één meter tweeënzeventig was en blijkbaar binnen rookte – je kreeg niet voor niets nieuwe gordijnen, het dringende advies om het raam een paar dagen op kiep te laten staan. op de binnendeur van inbouwkledingkast staan streepjes met daarnaast in potlood de lengte van de vorige bewoners. initialen, soms een jaartal. je hebt een liniaal gekocht. morgen durf je.
*
of oranje, misschien? oranje is de combinatie oma’s lievelingskleuren. rood en geel, maar dat hoef ik je niet uit te leggen.
*
een tweede kop koffie: water, filter, vouwen, maling, knop, pruttel.
*
echolocatie is het vermogen van dieren om voorwerpen te lokaliseren door zelf geluid uit te zenden. door te luisteren naar de echo kunnen ze hun afstand ten opzichte van een object bepalen, of hun prooien traceren. vleermuizen zenden ultrasone pulsen uit die te hoog zijn om met het menselijk oor op te vangen. dolfijnen klikken met hun tong. klik. klik.
*
je staat op gaat zitten staat op springt klapt slaat met je vuisten
op tafel tikt met bestek tegen je koffiemok de lege fles op je boekenkast
maakt geluid van geluid vraagt je af of je kunt traceren wat er mist
*
https://reasonswhyyoucanmisssomeoneyouvenevermet/
1) you have a shared history
2) you have lived in the same room
3) one of you never really left
*
bij het openen van de voordeur denk je aan alle mensen die je voor waren. je haalt je post uit de brievenbus, samen met alle brieven die er ooit op dit adres zijn bezorgd. kerstwensen. nieuwe ov-chipkaarten. hoera je bent jarig hopelijk vier je het goed.
op de dag dat je voor het eerst zonder jas kan fietsen, speel je met vrienden potjes zweeds pesten op de binnenplaats. jullie vergelijken het kippenvel op jullie onderarmen. wie wint moet de kaarten delen. drie op het gras. drie in de hand.
*
paars dan, of roze misschien? dan wijk je niet eens zoveel van het blauwe af.
*
die nacht valt de stroom uit en je ben je samen met alle vorige en eervorige bewoners van het huis. in het zaklampdonker wacht je gezamenlijk op licht. je luistert radiohead: you got a light, you can feel it on your back / a light and you can feel it on your back / your jigsaw falling into place.
*
in de keuken ligt een huisgenoot op de bank. ze heeft de grijze lappendeken tot haar neus opgetrokken. op de vensterbank balanceert een mok met uitgedrukte peuken. door de gordijnen kun je het silhouet van de lantaarnpaal zien. de afspraak is om het raam op maximaal duifgrootte open te zetten. gister zat er weer eentje op de koelkast. je knikt, zet een steelpan op het gasfornuis. draait aan de knop tot het vuur oranje wordt. de melk kookt direct. je houdt het vlies tegen de lichtbuis van de afzuigkap en blaast er een gat in.
*
er flakkert vaag blauw licht. soms, als je er lang naar staart, lijkt het gat kleiner te worden. te krimpen. als je even wegkijkt, heeft het weer dezelfde grootte. je weet niet of dat aan je ogen ligt.
*
een derde kop koffie: water, filter, vouwen, maling, knop, pruttel.
een vierde kop koffie: water, filter, vouwen, maling, knop, pruttel.
*
hoeveel glazen zijn er omgegooid? hoe vaak is er gehuild? hoe vaak werd er getroost? welk broodbeleg werd het meeste gegeten? hoe vaak is de liefde bedreven? hoe vaak is er ruziegemaakt? waarover waren ze het oneens? welk woord werd hier het vaakste uitgesproken? wie meende de sorry het meest? hoe veel boeken zijn er gelezen? welke zinnen onderstreept? hoe vaak werden liedjes opnieuw gespeeld? is er gedanst? gevochten? meegezongen tijdens de afwas? welke telefoontjes zijn gemist? hoe vaak schrok iemand wakker? wisten ze waar ze waren? was er koorts? welke kleur hadden de dromen? wanneer is er het hardst gelachen, en waarover?
*
probeer op de tast te leemte te vinden, fluister
de woorden die je van thuis hebt meegenomen
stoepstegel / stoeptegel / telecomander / afstandsbediening
stimpstamp / stamppot / lieverd / poppedijn
*
het raam van je kamer kijkt uit op een grote es. er hangen vlaggetjes in de takken. wind dringt zich vanuit alle richtingen op. je vraagt je niet af hoe de gympen in de boom zijn beland, waar de hond vandaan komt en wiens kat op de vuilnisbak slaapt. steeds vaker eindigen je zinnen met een punt.
je denkt aan kopland: we bleven kijken en luisteren. in deze vanzelfsprekendheid vliegen vogels voorbij. het lijken meeuwen. hun fiere, klapwiekende lijven drukken zich dapper tegen de lucht aan. vleugel tegen wind. maar er is geen zee te bekennen. al het water bundelt zich boven de boom, als een grote hand die bijna bezwijkt onder het gewicht.
*
op de bovenste plank van de kast een meetlat leggen. tussen de bedreling oude bonnetjes vinden. wasmiddel, vuilniszakken, brood en jam. de muur wit verven. dat ’s nachts doen, waardoor het blauw er nog vaaglijk doorheen schijnt. de laatste nacht met de gordijnen dicht slapen. tegen de volgende bewoner zeggen dat alles onveranderd bleef.