Een goudvis in een vissenkom is zielig, maar dit moet maar even. De kom is mijn glazen bol en zonder goudvis werkt mijn glazen bol niet. Zonder kom werkt de vis niet. De vis vertelt me alles wat ik moet weten. Onder andere:
- mijn boodschappenlijstje van deze week
- mijn boodschappenlijstje van volgende week
- wanneer ik me ziek ga eten aan slagroomsoesjes
Ze praat niet hardop, ik kijk in haar ogen en zie mijn antwoord. Soms is het wat moeilijk te zien door de aangekoekte laag algen. De vis is heilig. Ik aanbid haar door haar te verwaarlozen. De vis is heilig en ze is mijn bezit, dus ben ik ook heilig. Ik verklaar mezelf tot jonge god.
Soms zie ik in haar ogen HELP ME geschreven. Hier heb ik niks aan. Dit hoef ik niet te weten. Dan schud ik met de kom totdat de helft van het water eruit is gemorst, ik doorweekt ben en ze ophoudt met het verspreiden van nutteloze informatie. Het grind dwarrelt door de kom als in een sneeuwbol.
Ik word wakker met bloed op mijn dekbedovertrek. Vis heeft met een scherf van de kom de letters K E T T E in mijn handpalm gekerft. Het prikt een beetje. Ik laat haar de R schrijven voordat ik haar wegduw, ze ligt nu naast me op bed. Het is niet erg dat ze in mijn hand kerft, maar het bloed op mijn mooie dino-dekbedovertrek is jammer. Ze duwt de scherf in haar mond en slikt hem door. Dit vind ik wat overdreven. Ik wacht totdat ze doodgaat. Haar ogen puilen uit en lijken op de wiebeloogjes die ik vroeger op kiezelstenen plakte. Na een tijdje gaat het wachten me vervelen. Het dier gaat maar niet dood. Ze begint juist weer te bewegen. Ze kruipt op mijn buik. Ze kruipt door totdat ze op mijn kin zit en duwt mijn mond open. Ze spuugt de brij aan mini-scherfjes in mijn mond. Het smaakt naar bosbessen. Langzaam voel ik mezelf veranderen. Ik word kleiner en de deken wordt zwaarder. Ik kijk omlaag en ik ben een paling. Ik kijk om me heen en ik ben in de zee. Ik ben wel tevreden als paling. Krabben bij jeuk is wel lastig, zo zonder armen. Ik weet niet of ik beloond of vervloekt ben.