ik loop buiten op straat
maar hoor de muizen thuis
aan het behang knagen
ik weet zeker dat een muis
in mijn oor is gekropen
nu in mijn hoofd woont en
daar een pis-spoor achterlaat
de bedrading doorknaagt
geëlektrocuteerd wordt door mijn synapsen
en dit wonderbaarlijk genoeg overleeft
ik voel hem krabben tegen mijn oogkassen
ik voel hem uitglijden wanneer ik mijn hoofd draai
mijn snot is geel het is muizenpis
mijn hersenen drijven in muizenpis
ik weet dit zeker
een muis huppelt over straat
zoals een kei over een meer stuitert
ik zie dit als een teken
van iets dat ik niet begrijp
maar wel proef
het smaakt naar aangebrande boterhammen