Ik bijt op de binnenkant van mijn onderlip. Mijn lippen tuiten ervan. Ik kan de trilling onder mijn oog niet onderdrukken. Zo zie ik er uit wanneer ik een gaap probeer tegen te gaan.
Ik knik mijn hoofd naar voren om voor wat afleiding te zorgen. Mijn met extensions gevlochten knot weegt zwaar en trekt mijn hoofd naar voren wanneer die buigt. Mijn eerste poging om mijn hoofd weer op te tillen mislukt. Beheerst laat ik een zucht ontsnappen, omdat die anders een gaap zou zijn. Wanneer mijn tanden uit mijn vlees trekken, begint de binnenkant van mijn lip te bloeden. Nu ik mijn aandacht minder hoef te verdelen, waag ik nog een poging. Hoofd naar boven, en ik trek de hoeken van mijn lippen strak omhoog. Het bloed wordt vanbinnen uitgesmeerd over mijn ondertanden.
Ik kijk vlug van links naar rechts, dan weer terug naar voren. Hoe langer ik nadenk over wat ik heb gezien, hoe meer het bonst rondom mijn oogkassen. Ik snap het niet. Nog een keer: Links rechts. Links zit een man. Rechts zijn er koeien. Voor me zie ik een scherm met blauwe letters. Ik moet weer bijten op de binnenkant van mijn lippen. Het zicht op letters maakt me moe. Ik wil daardoor bijna mijn ogen sluiten. Even wegduiken van deze hoofdpijn veroorzakende op mijn eigen saldo schuddende karretjes. Ik wil naar huis, want daar is mijn bed. En mijn JBL-box waarop ik mijn Spotify-playlist kan afspelen. Ik wil dan luisteren naar de soundtrack van-
Ik word naar de koeien geduwd. Sorry meneer, het was niet mijn bedoeling om op uw schouder te-