Zes uur geleden sliepen S. en ik nog in Amsterdam, nu stonden we op het vliegveld van Napels. De vliegreis en het hostel waren geboekt door een organisatie die zich specialiseerde in verrassingsreizen. Ze hadden een vroege vlucht geboekt, ik wreef mijn gezicht wakker en probeerde te ontcijferen waar de bushalte was. De hitte bedekte ons als een deken, onze voorhoofden glansden van het zweet.
We liepen rondjes, onze koffers stuiterden over de stoep. Daar! In de verte zagen we een bus, we volgden een groep toeristen en stapten in. We reden langs mooie gebouwen met houten luiken voor de ramen, zagen ook veel graffiti en afbladderende verf. Ik dronk uit mijn waterfles en wapperde mezelf koelte toe, S. zocht via Google Maps de route naar het hostel. Vijftien minuten lopen, dat was te doen. We stapten uit en zochten de schaduwen op die zich tegen de flanken van de gebouwen vleiden.
De route was bergop. We liepen over een brede trap, elke stap zwaarder dan de vorige, in onze armen onze koffers. Elke vijf minuten stopten we om te drinken. Mijn hoofd bonkte. Wanneer ik omkeek zag ik de diepte, wanneer ik vooruit keek moest ik mijn hoofd in mijn nek leggen. Het voelde alsof het te laat was om nog van route te wisselen. De belofte van een hostel met airconditioning, of op zijn minst een koelkast waar we ons tegenaan konden werpen, gaf ons de kracht om door te zetten.
Vanaf balkons werd er naar ons geroepen, mannen op scooters staarden terwijl we voorbij sjorden. We waren zeker een halfuur onderweg toen we eindelijk het hostel zagen: een gedetailleerd gebouw met grote deuren. Eenmaal binnen vertelde een man ons dat we op de vijfde verdieping moesten zijn, elke verdieping was van een andere organisatie en de lift was alleen voor medewerkers. Opnieuw een trap, opnieuw koffers in onze armen en opnieuw pauzeren om water te drinken.
Toen we eindelijk het logo van het hostel zagen viel er een gewicht van mijn schouders. De inrichting was simpel en knus, achter de balie stond een vrouw met halflang haar en een Harry Potter-tatoeage op haar pols. Ik liet haar de documenten zien die de organisatie naar ons had gemaild. Ze fronste, praatte in het Italiaans met haar collega en opende Google Translate op haar telefoon. Ze schreef: They cheated you. Yesterday, another girl was in the same situation. They never booked a room, sorry. You can stay here for a while to figure things out.