Na zijn debuutroman Het aanbidden van Louis Claus komt Valentijn Hoogenkamp nu met een flinterdunne opvolger. Antiboy telt 112 pagina’s en is volgens de uitgever een persoonlijk essay, een coming of gender én een poëtisch verhaal. Veel om waar te maken dus, en dat lukt.
‘Ik kom uit een lang geslacht van leugenaars.’ Met die openingszin ontvouwt zich direct een verhaalwereld. We zitten in het hoofd van Antiboy, die net ontwaakt na de borstamputatie. In het delirium na die zware operatie krijgt de lezer van alles mee: pijnlijke jeugdherinneringen, poëtische overdenkingen, rauwe observaties. Allemaal aan elkaar geschakeld met een logica die niet op papier te vatten is, maar die in de ruimte van dit verhaal volstrekt natuurlijk voelt.
En zo waaiert Antiboy rijkelijk uit, van iconische momenten uit de popcultuur tot diepgaande inzichten. Vroeger voelde Antiboy zich gedwongen om zich te gedragen als een meisje. Hoogenkamp schrijft over dwingende genderrollen: ‘Het belangrijkste aan dit meisje is dat ze tussen mij en de anderen in bestaat. Zij kijken naar haar en ik kijk naar haar.’