Buiten fluiten de vogels, zijn de bomen groen en de lucht blauw, maar als Steven denkt aan wat er achter zijn gordijnen zit komt hij niet verder dan de rand van zijn eigen balkon, vraagt hij zich alleen maar af hoelang het zou duren voor hij de stoep bereikt, of het pijn zou doen, vanaf twaalf hoog.
De gordijnen laten misschien net een reepje van tien centimeter licht binnen. De rest komt van het scherm van de tv en van zijn telefoon, maar die laatste verlicht vooral Stevens eigen gezicht. Een buitenstaander die naar binnen zou gluren ziet het volgende: een man op een bank met een gezicht verlicht als dat van een geest in een donkere kamer, omringd door opgestapelde pizzadozen en platgetrapte blikjes cola. Er staan vieze borden, glazen en pannen op het aanrecht, de prullenbak is duidelijk toe aan een nieuwe vuilniszak, maar in plaats van dat Steven er iets aan doet, blijft hij eeuwig zitten op die bank voor zijn tv, net zolang tot hij in slaap valt.
Over de salontafel verspreid liggen, tussen andere rommel, een stuk of twintig brieven. Het ruitjespapier en de blauwe inkt van elke brief is hetzelfde, ze zijn geschreven door dezelfde hand. Rechts bovenin de hoek staat consistent de datum: de brieven zijn met tussenpozen van vijf tot tien dagen geschreven. Eens in de zoveel dagen – oftewel: als hij zich ertoe kan zetten, of als zijn telefoon leeg is en hij geen zin heeft om hem op te laden – hijst Steven zichzelf van de bank en gaat met de lift naar beneden om te kijken of er nog een nieuwe brief in zijn postvakje ligt. Dan leest hij hem, laat hem een tijdje rijpen en schrijft er vervolgens eentje terug.
Zo gaat het nu al meer dan een half jaar, maar hoe het is begonnen kan Steven zich niet meer goed herinneren. Als je het hem zou vragen zou hij zeggen dat hij op een dag gewoon zin kreeg om een brief te schrijven over hoe het met hem ging en die te versturen. Op de vraag of het dan ging om een soort bezigheidstherapie of een schreeuw om hulp zou hij geen antwoord kunnen geven. In ieder geval kreeg hij een paar dagen na die eerste brief ineens antwoord van de ontvanger en sindsdien zijn de brieven niet gestopt.
Ook vandaag ligt er weer een nieuwe brief op hem te wachten. Het is twee uur wanneer hij opstaat, een koude, overgebleven pizzapunt van gisteren naar binnen propt en in dezelfde kleren als waarin hij de afgelopen drie dagen in slaap is gevallen naar beneden strompelt. Er ligt nog meer in zijn postvakje dan alleen de brief, maar de rest – reclamefolders en rekeningen waar ze op den duur vast iemand voor langs zullen sturen – laat hij liggen. Wanneer hij weer boven is en plaats heeft genomen op zijn bank opent hij de brief en begint hij met lezen.
Ha Steven,
Bedankt voor je laatste brief. Ondanks dat de inhoud ervan misschien niet altijd even vrolijk is, lees ik je brieven graag. Het is goed om te lezen dat het leven niet altijd rozengeur en maneschijn is, dat niet iedereen altijd maar met vrienden op pad gaat om geweldig leuke dingen te doen, dat een filter blijkbaar echt alleen doet waar het voor is: het lelijke wegfilteren. Ze zijn op een bepaalde manier troostend, je brieven. Ze laten me zien dat er ook nog echte levens zijn.
Dit alles zeg ik niet om je voor schut te zetten en ik hoop ook niet dat je het leest alsof ik zeg: ‘gelukkig zijn er altijd mensen die het slechter hebben dan ik’, maar ik zeg het om je hopelijk wat perspectief te bieden. Wat jij nu meemaakt is niet raar of apart, het is de normaalste zaak van de wereld. Je hoort steeds vaker over burn-outs, mensen die hun leven niet meer bij kunnen benen. Voel je dus ook geen lapzwans, voel je niet nutteloos: het is niet jouw schuld dat de wereld zoveel van je vraagt dat je brein en je lichaam het niet meer aankunnen. Neem je tijd. Zoek hulp als je dat ziet zitten. We hebben elkaar nooit ontmoet, dus ik vind het lastig om in te schatten hoe erg de situatie is, maar volgens mij is het vooral belangrijk dat je op je eigen tempo je rust probeert terug te vinden. Als je wil, kunnen we ook eens afspreken. Misschien is het goed om iemand te zien.
Je vroeg in je laatste brief hoe het met mij ging en volgens mij gaat het best goed. Ik ben druk aan het werk aan mijn derde roman, die Oefeningen in eenzaamheid gaat heten en waarvoor ik de eerste versie over een paar maanden in moet leveren. Ik moet toegeven dat ik aardig wat meters maak, maar toch, die deadlines werken me altijd op de zenuwen. Je schreef ooit dat jij ook schrijver wilde worden. Wil je me eens laten lezen wat je hebt geschreven? Ik ben heel benieuwd. Je kunt ook iets nieuws schrijven, als je wil. Geen zorgen, ik zal je geen deadline geven.
Als ik die van mij gehaald heb ga ik met Lisa op vakantie. We zijn van plan om op Bali te vieren dat we twintig jaar getrouwd zijn. Ik zal je een ansichtkaart of foto waarop we cocktails achteroverslaan besparen. Na de zomer gaat Anne voor het eerst naar de middelbare. Volgens mij vindt ze het spannender dan ze laat blijken, maar ze houdt zich sterk. Ze is slim en bijdehand zat, dus ze zal zich vast redden. Met Spot gaat het wat minder. Die ouwe husky begint kuren te krijgen, maar we hopen dat een bezoekje aan de dierenarts hem weer even op de been houdt.
Dan ga ik langzaam mijn brief afsluiten, Steven. Nogmaals: ik ben er als je me nodig hebt. Ik zal mijn nummer onderaan de brief zetten, mocht je me willen bellen of iets dringends te zeggen hebben. En als je vaker aan dat balkon van je gaat denken is het misschien een goed idee om gewoon de deur naar het balkon dicht te timmeren, voor de zekerheid. Hou goede moed, Steven, er komen vast vlug betere tijden.
Laat snel van je horen.
Liefs,
Je vriend
Steven staart nog een tijdje naar die twee laatste woorden, legt de brief dan weg en grijpt weer naar zijn telefoon. In de dagen die volgen leest hij hem nog drie keer. Hij stelt zich voor hoe zijn vriend in zijn kantoortje, omringd door boeken, hard op een typemachine tikt om zijn deadline te halen en hoe hij dat ondanks de zenuwen met liefde doet. Hij stelt zich voor hoe hij en zijn vrouw cocktails drinken en een geslaagd huwelijk vieren op een prachtig strand op een tropisch eiland. Hoe dat huwelijk een kind heeft voortgebracht waar ze trots op zijn, die ze zonder zorgen naar de middelbare school kunnen sturen. Hoe Spot de hond alle liefde krijgt die hij verdient. Hoe hijzelf in een donkere kamer zit en dit alles in een ander universum ook van hem had kunnen zijn. Dan pakt hij zijn ruitjespapier en zijn pen met de blauwe inkt, schrijft rechts bovenin de datum en begint aan zijn brief.