soms speel je dat je een garnaal bent
pel ik het roze harnas van je rug
ril je schub per schub in het licht
mensen hebben van je soort een wedstrijd gemaakt
in de week van de zee schrapen trosjes passanten
je darmkanaal weg
vierenveertig kilo weekdieren pelden ze
ontdeden je van je afval via een sneetje
droegen de emmers naar zee, kapten ze leeg
bloedwolk vol levenloze wormpjes, glinsterende golven
nu ril je onder een donsdeken met streepjes
ik neem je hoofd beet met twee gele gelnagels
kraak het met een kwartslag van je af