Vijf vertalingen van Emily Dickinson

25

een Aards geluk

Roelof ten Napel

Af en toe vertaal ik een gedicht van Emily Dickinson. Hier laat ik een paar van die vertalingen lezen, samen met wat notities. Deze keer een vertaling van ‘A Letter is a joy of Earth —’.

*

Brieven zijn een Aards geluk —
Dat Goden is ontzegd —

Dit gedicht (of fragment) duikt twee keer op, in brieven uit januari 1885. In de ene brief zijn de regels vervat in een langere zin (‘… maar brieven zijn een Aards geluk …’), in de andere worden ze ingeleid door een retorische vraag:

En wat is
Extase anders dan
Affectie, en
wat is Affectie
anders dan de kiem
van het kleine
Bericht?
Brieven zijn een
Aards geluk —
Dat Goden
is ontzegd —

liefs,
Emily —

Dickinson heeft bij leven niets gepubliceerd, we hebben alles achteraf moeten samenstellen. Soms, zoals hier, begint ze ineens regelmatige, metrische zinnen te schrijven, begint ze plotseling te dichten.

Haar gedachte doet me denken aan een beschrijving die in de geschiedenis af en toe opduikt, zoals bij kerkvader Augustinus en wetenschapper Galileo: dat God geen denkstappen gebruikt om te redeneren. Hij doorziet alle waarheid in één ogenblik.

Op een soortgelijke manier zou je kunnen zeggen dat God geen brieven nodig heeft om te communiceren. Hij is van alles meteen en onbemiddeld op de hoogte, hij kan iedereen zonder tussenkomst iets zeggen.

Een kenmerk van brieven is het risico dat ze niet op hun bestemming arriveren. Maar wat is het geluk van brieven?

Dat je ze kan verwachten, denk ik. Dankzij het risico dat een brief verloren kan gaan, zorgt de vertraging van brieven ervoor dat we verheugd kunnen wachten: misschien is een brief al onderweg. Zoals losse denkstappen van redeneren iets kunnen maken waarvan je geniet, iets dat meer dan nuttig is.