BLUBBER & the Appearance of Baby Moss III

Isa Bob van Rooy

Theaterstuk door een vallei

Personages (in volgorde van verschijning):

Verteller Vallei

BLUBBER

Icarusblauwtje

Bruinblauwtje

Watervallen:

Waaierwaterval

Punchbowl

Cascade

Baby Moss

Mug 1 & 2 & 3

Mug 4 & 5

Paddenstoelenensemble

FINALE

ACT 3 Scène 1

Herhaling van wat gezonken is. 

Vallei: De vijf Muggen schaatsen kriskras over het meer alsof hun pootjes in waterschoentjes gehuld zijn. Ze hebben geen getimmerd bankje nodig om op te rusten. 

Muggen 1 & 2: Als ik een plataan had, dan zou ik mijn buikje in de lucht steken naar de zon 

Baby Moss drijft naar de waterplanten aan de zijkant van het grote meer.

Baby Moss: Ik heb wildbloemen in mijn lokken gedaan maar ze zijn niet voor jullie om op te zitten. Jullie hebben veel moeite met balans houden, maar dat ligt buiten de mogelijkheden van mijn invloed. 

Muggen 1 & 2: We vliegen ook wel eens rond, we rusten echt niet alleen maar. Overdag rusten we enkel als er geen mensen in de buurt zijn. Hun huid is zo makkelijk te openen als ze in de donkerte langzaam ademen. 

Baby Moss: Ik snap jullie obsessie met mensen echt niet. Ze vervuilen en hebben vervelende voeten. 

Punchbowl arriveert in een wildwatergeklater.

Punchbowl: Soms vraag ik me af waarom mensen niet opgegeten willen worden. Hun pantser van zonnebrand, kleding, angst voor verdwijnen breekt de cyclus niet eens een beetje in stukjes. Een blad wordt bruin, wordt schimmel, wordt worm en het begint allemaal bij een vlinder die ons achtervolgt. 

Baby Moss: Ik denk dat als je een bankje voor jezelf timmert, er veel te veel ruimte is om na te denken over waarom de wind koel langs je armharen strijkt. 

Muggen 1 & 2 & 3: De schemer arriveert. Het eten moet op tafel. Ze vliegen weg. 

BLUBBER plonst naast Baby Moss.

BLUBBER: Wat is het verschil tussen een emmer en een riool? 

Baby Moss: Hoe goed je jezelf eruit kan tillen, denk ik?

Blubber twijfelt even. 

BLUBBER: Denk je dat Libelle het verschil wist? 

Punchbowl: Haar hart is omhuld met luchtstromen BLUBBER! Wat er in haar puntige hoofdje omging doet er niet meer toe. 

Baby Moss: Ik mis haar. 

BLUBBER: Ze bracht zachtheid naar onze wateren. 

Punchbowl: En nu hebben we elkaar om te aaien. Laten we alsjeblieft gaan slapen. 

Baby Moss en BLUBBER verlaten Punchbowl vrijwel meteen. 

ACT 3 – Scène 2

Watervallen ontdekken ontbinding 

Vallei: De fladderende geest van de vallei zoemt door de vochtige luchttoevoer.

Iedereen slaapt nog, BLUBBER en Baby Moss zien de eerste zonnestipjes verschijnen.

Baby Moss: Hoe vervelend de monnik met zijn stampvoeten ook is, hij is niet de echte geest. Dat is Libelle. Als ik in slaap probeer te komen hoor ik hoe ze haar handen tegen elkaar wreef en het zachte gegiechel als ze op water belandde.  

BLUBBER begint te fluisteren

BLUBBER: Weet je nog dat we met Libelle over Punchbowl gleden? En jij zo grandioos van haar won dat ze huilend naar de Muggen vloog? We maakten toen zo’n mooi vliegentaartje voor haar. Ze gaf ons de warmste blozende knuffel. 

Baby Moss: Ik weet nog hoe haar ogen zoutig werden en er om haar gezichtje een halo leek te vormen. Libelle was mijn beste vriendin. Ik begrijp niet waarom we niet over haar mogen praten. Mijn lichaam kan niet dansen of huilen, dus het enige wat ik kan doen om haar afwezigheid te verwerken is erover praten. 

BLUBBER: Ik-

Punchbowl: Jullie zijn vroeg op, het meer is nog nauwelijks een braaksel van licht. Waren jullie je aan het afvragen waarom de luchtstroom vandaag zo vochtig is? Het voelt bijna alsof ik mezelf omhels. 

BLUBBER: Goedemorgen Punchbowl. 

Baby Moss: Nee, we waren eigenlijk aan het praten over Libelle. 

Punchbowl: Ik dacht dat we dit onderwerp gisteravond al hadden afgesloten. 

Baby Moss: Je kan haar niet als een boek dichtklappen, ze was een dier van poten en vleugels, net als de Muggen, net als velen van deze Vallei. 

BLUBBER: We waren wat herinneringen aan het ophalen. Volgens het boek It’s OK That You’re Not OK van Megan Devine, die een mensenjong hier heeft achtergelaten, maakt rouwen deel uit van je leven. Een nieuwe manier van omgaan met elkaar hoort bij het  verwerkingsproces. 

Punchbowl: Ik begrijp gewoon niet waarom jullie er over blijven praten. Gestorven insecten zijn deel van ons bestaan. Mijn lichaam verslindt regelmatig libellen. 

Baby Moss laat een gesmoorde snik klinken. 

BLUBBER: En dit is waarom we haar missen! De zachtheid is uit deze vallei verdwenen samen met haar! 

Waaierwaterval wordt abrupt wakker. 

Waaierwaterval: Wat is hier aan de hand?

Baby Moss: We mogen niet over Libelle praten. Libelle, die is gestorven door te verdrinken in het meer waar jullie allemaal in uitmonden. Hoe haar lichaam onbegraven, onopgegeten bleef. Hoe ze onze levens zo vol maakten dat we sommige dagen vergaten te eten. Hoe we haar geest voelen dwalen door de Vallei. Hoe kunnen jullie zo verdoofd reageren als jullie meer haar laatste rustplaats is? 

Waaierwaterval: Wij zijn watervallen, Baby, wij kennen geen dood. Ons hele bestaan is stromen en vervormen. We vallen van een meer in met wolken gevulde luchten naar gladde stenen die onze ruggen in al hun hoeken en kerven kriebelen. 

BLUBBER: Dat iets ongrijpbaar of onbegrijpelijk lijkt, betekent nog niet dat het verzwegen dient te worden. 

Waaierwaterval: Wij zijn al oud. We zwijgen veel. Als we spreken kan het er soms wat hakkelig uitkomen. Punchbowl weet bijvoorbeeld minder goed wat jullie nodig hebben. En als ik eerlijk ben, weet ik het ook niet zo goed. Misschien kunnen jullie met de muggen erover praten? 

Baby Moss: Jullie zijn slechts cellen die meekijken. Punchbowl zegt tenminste wat, ook al is het pijnlijk, ik voel mezelf opklimmen uit verdoofdheid. 

Punchbowl: Ik ga weer slapen. Welterusten. 

Baby Moss: Kom BLUB, laten we naar de muggen gaan. 

ACT 3 – Scène 3

Het bezoek bij de Muggen neemt een andere wending. 

Vallei: De Muggen zijn al op de hoogte en herschikken wat waterplanten voor ze de twee vrienden op bezoek krijgen. 

Baby Moss en BLUBBER komen aandrijven bij de waterplanten. De Muggen geven ze een tikje met hun pootjes als welkom.  

Baby Moss: Ze was zo sierlijk in haar gevaarlijkheid. Ze vloog neuriënd over het water, dat zachte gegiechel echode een beetje, het was haar gedag. En dat terwijl ze jullie allemaal had kunnen opeten. Jou, vlinder, en jou ook, Mug 1. 

BLUBBER: Ze was bijzonder. Ik weet niet of er ooit nog iemand zoals zij zal zijn. 

Mug 4 & 5: Wat maakt het uit hoe jullie over haar praatten? Waarom doen de Watervallen er zo moeilijk over? 

BLUBBER: Oeroud zijn is geen reden om de stenen leerprocessen uit je cellen te laten schrapen, hoewel het de makkelijkste weg is natuurlijk. 

Mug 1 & 2 & 3: Soms denk je dingen weg omdat het niets met je bestaan te maken heeft. Zo negeren wij bijvoorbeeld al een paar dagen de vlinders die dronken van het suiker tegen onze waterplanten aanbotsen. 

Baby Moss: Waarom zijn ze zichzelf zo duizelig aan het maken? 

BLUBBER: Hier komt er weer eentje aan, laten we het die vragen. Hallo vlinder, hoe gaat het met je suikergehalte?

Icarusblauwtje hikt. 

Icarusblauwtje:Hallo! Ik zit op een suikervrij dieet! Ik eet nu alleen maar zoetstoffen van achtergelaten ijsverpakkingen! HET IS ZOVEEL LEKKERDER! En gezonder ook. 

Baby Moss: Muggen, jullie denken dingen weg omdat deze vlinder ze al heeft weggestopt. Je kunt niet verwachten dat je jezelf uit een apathische staat kan halen als vlinder niets kan delen. 

Icarusblauwtje: Als ik mijn hart open ben ik bang dat jullie me door een zeef gaan halen. 

BLUBBER: Wij zijn zelf al de overgebleven zoetstofrestjes in een zeef, schaar je bij ons!

Baby Moss haalt het plastic omhulsel voorzichtig uit de kromgetrokken pootjes van Icarusblauwtje. 

Baby Moss: Toe maar. 

Icarusblauwtje: Ik vind het moeilijk om te vertellen, maar ik mis Libelle. Ze maakte me altijd wakker met kleine druppels water aan haar vleugels als ik weer eens in een suikerdipslaap vastgeklonken was. Met Bruinblauwtje kan ik er niet over praten, die vliegt gewoon weg en komt als de zon slechts een randje over de valleihelling is terug met wat overgebleven zoetstoffen. 

Baby Moss: Ik begrijp je Icarus. Konden we maar zachtmoedig en openhartig zijn. Net zoals zij was. Misschien kunnen we een soort afscheid voor haar organiseren?

BLUBBER: Ja, laten we dat doen. 

Waaierwaterval kucht zachtjes. De Watervallen komen samen in een draaikolk. Punchbowl spettert en doet uiteindelijk een stapje naar voren. 

Punchbowl: Wij hebben besloten, alleen voor deze keer, meer open te stellen voor het afscheid van Libelle. 

Baby Moss springt in de draaikolk. Haar lichaam omhelst de drie Watervallen terwijl ze opgerold in de spiraal van water ligt. 

BLUBBER: Dank jullie wel. Dit zullen we zeker niet in dank afnemen.

Baby Moss gaat betraand naast BLUBBER liggen. 

Baby Moss: Laten we takjes verzamelen. 

Verteller Vallei, BLUBBER, Icarusblauwtje, Bruinblauwtje, Waaierwaterval, Punchbowl, Cascade, Baby Moss, Muggen 1 & 2 & 3,  Muggen 4 & 5 en Paddenstoelenensemble verzamelen rondom het meer waar de watervallen in uitmonden. De Muggen hebben een libellevormige takjesconstructie gebouwd, samen met de Vlinders en het paddenstoelensemble. Ze zoemen en neuriën een oud wiegeliedje. De watervallen houden zich heel stil, laten de libelle langzaam over zich heen stromen tot ze eindigt in het meer. Dan beginnen de watervallen gezamenlijk een kleine storm te laten ontstaan. Libelle verdwijnt in het midden. Baby Moss is zachtjes aan het huilen. De Muggen aaien elkaars ruggen. BLUBBER trilt een beetje. Iedereen blijft bedroefd staan en verlaten het meer een voor een. Alleen nog de Verteller Vallei blijft over. 

Verteller Vallei: Deze beschaduwde stenen zijn ruwer geworden. Er lekt geen water meer door de waterplanten heen. Mos, schimmels, insectenlichamen en vlinders kijken met elkaar mee. Ze vragen zich niet af waarom ze elkaar opeten en laten zichzelf naar de riviervloer vallen als het tijd is. Ze zorgen voor elkaar tot het tijd is. 

De tufstenen barrière sluit haar watergordijnen. 

END