1.
Mijn lichaam is een opblaasbaar bootje en mijn armen
bungelen als een badhanddoek over de bedrand
ik strek mijn benen omhoog tegen de muur
mijn rug in het matras een groot drijfblad
vanaf het vroege voorjaar tot in de winter
blijf ik liggen in mijn bed de rivierarm
waar ik me aan vastknoop
mijn spieren worden kaarsvet en druppelen uit mijn poriën mijn oogleden zijn al loom dichtgedoezeld voor mijn lichaam zich kan herinneren dat het zich moet verzetten
overleven is een ander woord voor vermijden van wat onontkoombaar lijkt
2.
toen ik in de Maarsseveense plassen aan het zwemmen was
en er met een zoevend tempo een frisbee voorbij vloog
had ik
a) het object kunnen vangen
b) kunnen wegzwemmen
maar mijn lichaam koos ervoor om zich onder water te verstoppen,
zo recht naar beneden om de witte disk te ontwijken
als ik in slaap val beland ik automatisch op de meerbodem
3.
sommige kikkers houden hun ogen open tijdens hun slaapje en vouwen hun poten
onder hun kin alsof ze aandachtig aan het luisteren zijn
wespen gaan in tonic immobility ofwel flop-stand
wanneer ze in hun antennen of buikjes worden geprikt
rode mieren gaan in foetushouding liggen om conflict met buren te vermijden
als je een kip op haar zij legt valt ze in een genetisch bepaalde flop-staat
en als je als mens teder je vlakke hand op de zijkanten van een doornhaai legt
activeer je de flop-stand als de powerbutton van een gameboy schept het wezen
water door diens kieuwen het lichaam stil de tanden omhuld door zuurstof
4.
mijn lichaam zwicht voor een cirkel van slaap ik lijk mijn eigen staart op te eten
en als mijn ogen weer als drinkfonteinbakjes zonlicht huizen
noem ik
5 dingen die ik kan zien
boomschors, nagellakremover, hartvormige posterhouder
een half glas gesmolten watermeloenijs, de maan
4 dingen die ik kan voelen
een windvlaag die zich om mijn arm krult, mijn ruggengraat-ontwijkende muur, mijn tenen die elkaars flanken raken, mijn beenhaar op het roze dekbed
3 dingen die ik kan horen
een cirkelende bromvlieg, gerinkel van een fietsketting, knakkende vingerkootjes
2 dingen die ik kan ruiken
aloe vera olie, uitlaatgassen
1 ding dat ik kan proeven
kamilletandpasta op mijn tong
mijn ademhaling verschuift van vierkant naar driehoekig, vraag ik mezelf
waarom, van alle overlevingsmechanismen, mijn lichaam kiest voor een dutje
en wacht tot het twijfelachtige gevaar geweken is
5.
maar er valt niet te twisten over de werking want
de buidelrat gaat in flop-staat zodra er een gevaar in de vorm van een wolf voorbij sprint
ze spelen zichzelf buiten bewustzijn, houden hun mond halfopen, ademen zachtjes door hun roze-puntige neusgaten, tong bungelend tussen hun tanden hun lichaam doet de rest ze blijven niet haken in dezelfde starre positie maar ze worden los hangend en langzaam ademend zo blijven ze onopgegeten
het is een secundair beschermingsmechanisme, het gebeurt als het roofdier de buidelrat al heeft gezien, het is de laatste optie
6.
overstromingen en wildvuur verspreiden zich en temperaturen klimmen zichzelf
aan de ladder van onze luchtvochtigheid omhoog
een uitgestelde actie is nog steeds een actie
7.
en dus ik schrijf over mijn flop-repons-era terwijl ik erin dobber
vol zachte spiercontracties in een lang bed weet ik
dat mijn cellen een intrinsiek gevoel hebben van waar boven of onder is
zelfs als het mijn lichaam en mij aan deze kennis ontbreekt
weet ik dat bij het opstaan mijn lichaam onoplettend
hoop herbergt
dat mijn flop-era zachtjes wegebben zal.